Het jaarwiel begint met draaien met Yule, dat spreek je uit als Joel.
Yule valt, wanneer je het volgens een vaste datum viert, op 21 december.
Hiermee markeert het de langste nacht van het jaar.
Nadat de langste nacht is geweest, worden de dagen alleen maar langer, de invloed van het licht wordt steeds groter.
Daarom staat in dit feest de wedergeboorte van de zon centraal. We
vieren dat hij wordt geboren, en dat zijn licht snel de duisternis weer
zal overheersen. De zon is de personificatie van de God.
Om de zon te helpen, worden overal ter wereld vuren aangestoken. De
Yulevuren staan symbool voor de macht van de God op aarde. Zijn
geboorte betekent leven, licht en warmte, en dat vieren we door het
ontsteken van die vuren.
In vroeger tijden werden de vuren op hoge heuvels aangestoken, zodat
hun licht over het hele land zou schijnen. De mensen geloofden dat al
het land dat door de Yule vuren werd verlicht, het komende jaar grote
vruchtbaarheid zou hebben. Dat geloof leeft tot op de dag van vandaag
nog in het Yulefeest door.
Ook het in je huis halen van het leven staat centraal in dit feest. De "kerst"boom is hier een voorbeeld van.
De sparboom staat symbool voor het eeuwige leven. Dit komt, omdat hij
altijd groen is. De lichtjes staan symbool voor de zon, die opnieuw
geboren wordt.
|